Op 27 januari is het Gedichtendag, hét poëziefeest van Nederland en Vlaanderen. Voor De Harmonie een mooie gelegenheid haar dichters onder de aandacht te brengen. Lees hier twee gedichten, uit Jacob Groots Divina Noir en Het spook van de vrijheid van Erik Bindervoet.
In Het spook van de vrijheid gidst Erik Bindervoet de lezer door bloei en verval.
Monoloog voor park in aanbouw
Ergens tussen oud hout en nieuw groen
Knispert vers grind vragend
Door de slagader van mijn stelsel
Naar de uitgang, bij het stoplicht
Aan de Amstelveense weg.
Dit ben ik. Ik praat, platgetreden,
Blafmoe, op vergiffenis
Voor het verwaarlozen van de lama’s
En de moord in het theehuis,
Zoals opgelost door rechter Tie,
Als ik, met mijn uitgelaten kwijlende pondelvark,
Terugsjok langs de omgewaaid geboren bomen
En de kinderen gescheiden van hun gescheiden ouders
Op de glijbaan in de speeltuin.
Ik vind van jassen gezoende knopen
Bij een vreemde vogel van beton
En zie een flamencodanseres zoeken
Naar een vingerkootje dat ze verloor
Toen ze hier ergens,
Achterop de fiets
Met de ring van haar pink bleef haken
Aan het onverzettelijke hekwerk
Langs het oude pad
Naar de ingang,
Bij de zebra,
Aan de Stadhouderskade.
Jacob Groots Divina Noir ontspringt aan de retrotijd van de teenager.
hoorde jij het ook?
Door niet te luisteren hoorde ik iets anders
In een beweging om het te zoeken vergat ik
de begrenzingen van het huis
Ik doorbrak de muren, verpulverde het dak
Hoog boven de tuin zag ik ons
zonder mezelf en koos ik positie
Ik fladderde over de buurt, blafte
en scheet, werd drie keer overreden
maar verliet ons niet. Toen iedereen
naar bed was kwam ik samen, zweeg
luidruchtig, en dronk in het donker
de kom, vastbesloten ons te smeden
Nu begon het moeilijkste gedeelte
van de taak, voor zover die bestond
uit de vergewissing van de feitelijkheid
die ze inhield. Ik verzette me niet
al gaf ik tegelijkertijd niet toe
aan de indruk dat dit een strijd was
die bij voorbaat was verloren
Zo zeker was ik van mijn zaak